Een roep om rechtvaardigheid
Ban Topa Bonaire over armoede en ongelijkheid
Op 10 april vond op Bonaire een bijzondere en indringende bijeenkomst plaats: de Ban Topa, een Townhall Meeting georganiseerd door de Nationale Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) in samenwerking met Unkobon, de consumentenbond van Bonaire. De zaal zat vol. Jong en oud, burgers, professionals, activisten en beleidsmakers kwamen samen om één van de meest urgente thema’s van het eiland te bespreken: armoede, bestaanszekerheid, en de schrijnende ongelijkheid die daarmee gepaard gaat in vergelijking met Europees Nederland.
De intensieve participatie en het gedeelde gevoel van urgentie maakten deze Ban Topa tot meer dan een Townhallsessie. Het werd een krachtig platform van geluiden, verhalen en oproepen die wezen op structureel onrecht en het diepe verlangen naar gelijkwaardigheid binnen Nederland.
Structurele armoede: geen incident, maar een patroon
Wat op deze avond bovenal duidelijk werd, is dat armoede op Bonaire niet kan worden afgedaan als een individueel probleem of als gevolg van persoonlijke keuzes. Het is een systemische kwestie, geworteld in historische ongelijkheid, gebrekkige beleidsaansluiting en bestuurlijke traagheid. De aanwezigen getuigden van levens vol strijd: niet alleen tegen financiële tekorten, maar ook tegen de constante ervaring van ongelijkwaardigheid.
Er werd herhaaldelijk gewezen op het uitblijven van fundamentele aanpassingen in de sociale wetgeving sinds de integratie van Bonaire in het Nederlandse staatsbestel in 2010. Terwijl Europees Nederland de laatste jaren stappen zet naar een meer solide sociaal vangnet, blijft Caribisch Nederland structureel achter. Het minimumloon en de uitkeringen liggen substantieel lager, terwijl de subsidies op bijvoorbeeld energielasten afgebouwd worden en de kosten voor levensonderhoud vaak hoger zijn. Voor veel mensen voelt dit als institutionele discriminatie – een pijnlijke boodschap die tijdens de Ban Topa zonder terughoudendheid werd uitgesproken.
“We betalen belasting, maar tellen niet mee”
De kern van de frustratie zit niet alleen in het tekort aan middelen. De emotionele lading van de avond zat in het gevoel van buitensluiting en verwaarlozing. Onder dezelfde vlag als de rest van Nederland leven, belasting betalen, maar structureel achtergesteld worden. Dat doet iets met mensen. Het gevoel dat hun stem minder telt, dat hun bestaansrecht minder gewicht heeft, drukt zwaar op het dagelijks leven. Zoals een aanwezige het verwoordde: “We betalen belasting als Nederlanders, maar worden behandeld als tweederangsburgers.” Deze uitspraak resoneerde in de zaal. Het is niet slechts een economisch tekort, het is een democratisch tekort. Gelijke rechten zonder gelijke behandeling zijn holle woorden.
Meer dan geld: betaalbaarheid, waardigheid en perspectief
De kernboodschap van de avond liet niets aan duidelijkheid te wensen over: armoede los je niet alleen op met geld. “Het heeft geen zin om mensen alleen geld te geven. Je moet zorgen dat het leven betaalbaar wordt,” klonk het krachtig uit het publiek. Dat betekent investeren in structurele maatregelen: een robuust sociaal vangnet, woonkostensubsidie, toegankelijke schuldhulpverlening, handhaving van subsidies op stijgende energiekosten, en – misschien wel het belangrijkst – investeren in betaalbare huisvesting en goed onderwijs. Zonder stabiele huisvesting, zonder toekomstperspectief en zonder toegang tot ontwikkeling blijft armoede een vicieuze cirkel die generaties beïnvloedt.
Er werd ook aandacht gevraagd voor de ongeschiktheid van het ‘copy-pasten’ van beleid en wetgeving vanuit Den Haag naar de Bonairiaanse context. Regels en normen die in Europees Nederland functioneren, pakken op de eilanden vaak contraproductief uit. Dit vergroot niet alleen de ongelijkheid, maar ondermijnt ook het vertrouwen in het bestuur.
Rechtvaardig bestuur en gedeelde verantwoordelijkheid
Tijdens de Ban Topa werd niet alleen kritiek geuit; er werd ook gebouwd aan hoop. Er werd gepleit voor rechtvaardig bestuur – bestuur dat niet op afstand beslist, maar luistert, verbindt en handelt in samenwerking met de gemeenschap. Bestuur dat zich bewust is van de koloniale erfenis en de morele verantwoordelijkheid die daaruit voortvloeit. Er klonk een krachtige oproep richting de Nederlandse politiek en bestuurders: erken dat armoede op de eilanden niet alleen een sociaaleconomisch probleem is, maar ook een democratisch en moreel vraagstuk. Erken dat gelijke behandeling niet vanzelf volgt uit het formeel delen van een staatsrechtelijk kader. Het vereist actieve inzet, bewuste keuzes en structurele investeringen.
Samen werken aan gelijkwaardigheid
De Ban Topa was in die zin ook een oproep tot herbezinning op de relatie tussen Europees en Caribisch Nederland. Wat betekent het om binnen één land te leven? Hoe maken we die belofte van verbondenheid en solidariteit waar? De aanwezigen riepen op tot een beleid dat niet voor de eilanden wordt gemaakt, maar samen met de eilanden – in co-creatie, met oog voor de lokale realiteit, cultuur en sociale structuur. Een nieuwe bestuurscultuur is nodig. Een cultuur die gelijkwaardigheid als uitgangspunt neemt, niet als einddoel. Die luistert naar de stem van de gemeenschap, en die weet dat waardigheid begint met erkenning.
De Ban Topa op Bonaire was veel meer dan een bijeenkomst over armoede. Het was een spiegel. Een confronterende reflectie van een pijnlijke realiteit waarin Nederlandse burgers structureel ongelijk worden behandeld – niet vanwege hun daden, maar vanwege hun woonplaats binnen het land Nederland. De verhalen uit de zaal spraken van veerkracht, maar ook van vermoeidheid, van mensen die het gevoel hebben steeds opnieuw te moeten vechten voor wat elders vanzelfsprekend is. Het was ook een krachtige oproep aan Nederland om die spiegel niet weg te draaien, maar erin te kijken. En dan niet alleen te luisteren, maar ook te handelen.
De toekomst vraagt om daden
De NCDR ziet het als haar opdracht om deze signalen uit de samenleving serieus te nemen en door te geven aan de verantwoordelijke beleidsmakers. De kloof tussen Europees en Caribisch Nederland is niet slechts een cijfermatige ongelijkheid, maar een diepe maatschappelijke wonde die alleen kan helen met erkenning, betrokkenheid en structurele actie.
Bonaire, en de andere Caribische eilanden, zijn geen voetnoten in het Nederlands beleid. Zij zijn volwaardige delen van ons land, met burgers die dezelfde waardigheid verdienen. Zolang het gevoel blijft bestaan dat zij minder waard zijn dan mensen in Europees Nederland, blijft Nederland onvolledig.
De Ban Topa van 10 april was het begin van een krachtig gesprek. Nu is het tijd voor beleid dat niet slechts belooft, maar ook levert. Voor bestuur dat niet slechts praat, maar ook verandert. Want alleen dan kunnen we bouwen aan een Nederland waarin iedereen zich gezien, gehoord en gewaardeerd voelt – ongeacht op welk eiland of continent men woont.