Vijf jaar na George Floyd: een moment van erkenning, verzet en gezamenlijke verantwoordelijkheid
Op 1 juni 2020 vulden de pleinen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag zich met duizenden mensen. De beelden van de moord op George Floyd gingen de wereld over, en ook in Nederland weerklonk zijn laatste noodkreet – “I can’t breathe” – als een aanklacht tegen institutioneel racisme, ook hier. De demonstraties markeerden een historisch moment: de grootste antiracismedemonstratie in Nederland tot dan toe. Vijf jaar later kwamen we opnieuw samen, ditmaal in een bomvolle Melkweg in Amsterdam, voor een moment van bezinning én hernieuwde toewijding. De bijeenkomst werd georganiseerd door Zwart Manifest in samenwerking met de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR).

De herdenking in de Melkweg stond niet in het teken van terugkijken alleen, maar ook van vooruitzien. Vijf jaar Black Lives Matter in Nederland staat symbool voor een bredere beweging die niet begon op de dag van de moord op George Floyd, maar wortels heeft in decennialange strijd. De stemmen die vandaag gehoord worden, zijn die van generaties die eerder ongehoord bleven. In buurthuizen, op schoolpleinen, in huiskamers en op werkvloeren werd al langer verzet geboden tegen systemen die uitsluiten in plaats van insluiten. Vandaag bouwen we verder op het fundament dat zij hebben gelegd.
De impact van vijf jaar BLM in Nederland is tastbaar. Onderwerpen als wit privilege, koloniale erfenissen, institutioneel racisme en representatie zijn uit de marge gehaald en in het hart van het publieke debat geplaatst. Musea, media, onderwijs en overheidsinstellingen zijn zich bewuster geworden van hun rol in het in stand houden van raciale ongelijkheid – en van hun verantwoordelijkheid in het bestrijden ervan. Er kwam ruimte voor nieuwe perspectieven, andere geschiedenissen, en voor de erkenning dat racisme zich niet beperkt tot incidenten, maar systemisch van aard is.
Tegelijkertijd is de strijd verre van gestreden. Racistische denkbeelden worden opnieuw genormaliseerd. Ontkenning van racisme krijgt politiek en maatschappelijk weerklank. Beleidsmaatregelen die raciale vooroordelen versterken – van profilering tot algoritmische uitsluiting – zijn nog altijd niet verdwenen. In dat licht is waakzaamheid geboden.

Tegen die achtergrond zijn initiatieven als The Black Archives, Nederland Wordt Beter, Controle Alt Delete, Kick Out Zwarte Piet en Zwart Manifest van onschatbare waarde. Zij geven vorm aan het hedendaags verzet, brengen nieuwe verhalen naar voren, bouwen gemeenschappen op en voeden een beweging die niet alleen zichtbaar maar ook duurzaam is. De oprichting van de NCDR, het besluit tot het Nationaal Slavernijmuseum en de nationale excuses voor het slavernijverleden zijn rechtstreekse gevolgen van druk van onderop – van mensen die zich niet neerlegden bij de status quo.
Toch blijft representatie kwetsbaar zolang ze uitzondering blijft. Zolang kinderen leren over de Gouden Eeuw maar niet over het leed dat eraan verbonden was, blijft het onderwijs onvolledig. En zolang talent beoordeeld wordt op afkomst in plaats van kwaliteit, is er werk te doen. Echte verandering vraagt fundamentele keuzes, geen cosmetische aanpassingen.
De NCDR pleit voor structurele hervormingen. Niet omdat het modieus is, maar omdat het noodzakelijk is voor een rechtvaardige samenleving. Die verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij degenen die direct geraakt worden door racisme, maar bij iedereen. Zoals Toni Morrison zei: “The function of freedom is to free someone else.” Vrijheid is geen privilege – het is een plicht tot solidariteit.

De bijeenkomst in de Melkweg liet zien wat hoop betekent: nieuwe generaties die zich uitspreken, verhalen die ertoe doen, mensen die elkaar vasthouden en blijven opstaan. We zijn hier, we blijven hier, en we bouwen samen aan een samenleving waarin vrijheid en gelijkwaardigheid niet morgen gerealiseerd worden, maar vandaag worden geëist.
Zoals Angela Davis ons er aan herinnert: “In a racist society, it is not enough to be non-racist. We must be anti-racist.” Die oproep is en blijft actueel.