Brandende zon, diepe stilte: waardige Ketikoti-herdenking in het Oosterpark

Onder een strakblauwe lucht en een brandende zon vond in het Amsterdamse Oosterpark de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij plaats. Ondanks de tropische temperaturen verzamelden zich duizenden mensen rond het Nationaal Slavernijmonument voor een ceremonie vol ritueel, muziek, stilte en reflectie. De jaarlijkse herdenking markeert het formele einde van de slavernij op 1 juli 1863 in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen, en groeide de afgelopen jaren uit tot een nationaal moment van bewustwording en erkenning.

Beeld: ©Bureau NCDR

De plechtigheid begon met spirituele rituelen en het brengen van traditionele offers. Vertegenwoordigers van Marron en Caribische gemeenschappen openden het programma, gevolgd door toespraken van onder anderen demissionair minister-president Dick Schoof en burgemeester Femke Halsema. Schoof erkende in zijn eerste Ketikoti-toespraak als regeringsleider de nog altijd voelbare doorwerking van het slavernijverleden in hedendaagse ongelijkheid en uitsluiting. Halsema waarschuwde dat “racisme onze samenleving nog altijd vergiftigt en ondermijnt”, en riep op tot blijvende politieke en maatschappelijke waakzaamheid. Muzikale bijdragen wisselden de toespraken af en gaven de ceremonie emotionele diepgang, terwijl de zon meedogenloos bleef branden op het prachtige monument.

De kranslegging werd verricht door nazaten van tot slaaf gemaakten, door vertegenwoordigers van de regering en de Staten-Generaal, de gemeente Amsterdam, en diplomatieke vertegenwoordigers van landen die verbonden zijn met het slavernijverleden. Ook de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) legde een krans, samen met de voorzitter van de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme. Het was een mooi en plechtig moment, gedragen door stilte, respect en hernieuwde toewijding aan gerechtigheid. De temperaturen boven de 35 graden maakten de ceremonie zwaar, maar ook intens. Bezoekers zochten schaduw onder bomen of hielden paraplu’s omhoog. De sfeer bleef ingetogen, waardig en verbonden. Families, kinderen, ouderen en vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld en de grassroots, allen stonden zij stil bij het gedeelde verleden en de gezamenlijke toekomst.

Ketikoti is de laatste jaren steeds zichtbaarder in het Nederlandse publieke domein. Maar de NCDR benadrukt dat zichtbaarheid niet voldoende is. Herdenking vraagt om blijvende politieke erkenning, structureel beleid én wettelijke verankering van de excuses die eerder door de regering en de Koning is gemaakt. In dat licht blijft de NCDR zich inzetten voor twee belangrijke veranderingen: het instellen van 1 juli als nationale vrije dag, en de structurele aanwezigheid van het staatshoofd bij de herdenking. Immers, verbroken ketenen zijn geen symbool van vrijheid óf verleden, ze zijn een uitnodiging om te erkennen dat doorwerking van de slavernij voortleeft in onze samenleving.