Racisme in het voetbal: wanneer stoppen we met woorden en beginnen we met daden?

Het incident rond de wedstrijd tussen Kozakken Boys en SV Spakenburg laat opnieuw zien dat racisme op en rond de Nederlandse voetbalvelden een diepgeworteld probleem is.

Tijdens en na de wedstrijd werden de spits van Spakenburg, Ahmed El Azzouti, en zijn familie uitgescholden, bedreigd en zelfs bekogeld met bierblikjes. De racistische leuzen die vanaf de tribunes klonken, waren niet alleen walgelijk, maar ook tekenend voor hoe ver de sport is afgedwaald van haar verbindende waarden. Wat een dag van sportiviteit had moeten zijn, eindigde in een beschamende vertoning. Zoals zo vaak kwam de reactie van de KNVB neer op één zin: “Er wordt een onderzoek gestart.” Maar iedereen die het voetbal volgt, weet dat dit ritueel inmiddels hol is geworden. Onderzoeken leiden zelden tot structurele verandering. Na de verontwaardiging volgt de stilte tot het volgende incident zich aandient.

De maat is vol

Het is tijd om te erkennen dat het hier niet gaat om een incident, maar om een patroon. Elk seizoen duiken nieuwe berichten op over racistische spreekkoren, beledigingen of vernederingen. Het treft spelers, hun families en ook de jonge generaties die aan de zijlijn staan en zien dat dit kennelijk ‘normaal’ is. De plaats van dit voorval maakt het des te pijnlijker. Een gerenommeerde club als Kozakken Boys, spelend in de tweede divisie, zou een voorbeeldfunctie moeten hebben. In plaats daarvan werd daar de grens van beschaving overschreden. En de reactie achteraf onderstreept precies wat er misgaat. Louter verontwaardiging en de verantwoordelijkheid doorschuiven (leunend op steeds onderzoeken) is geen oplossing, maar een onderdeel van het probleem. Racisme op of rond het veld is geen sportieve misstap, het is een schending van de wet. Discriminatie is verboden. Toch verschuilen clubs en bonden zich achter protocollen en procedures die in de praktijk weinig effect hebben. Zolang overtreders weten dat er toch geen echte sanctie volgt, blijft de drempel laag om anderen te vernederen.

Opening van najaarsconferentie NCDR
Beeld: ©Bureau NCDR

Tijd voor echte maatregelen

Het is tijd voor harde, structurele maatregelen. Een automatische stakingsregel zou moeten gelden: zodra er racistische spreekkoren of handelingen plaatsvinden, wordt de wedstrijd onmiddellijk gestaakt. Geen waarschuwing, geen onderhandeling; een helder signaal dat racisme de wedstrijd doet stoppen. Daarnaast moeten clubs die falen in hun verantwoordelijkheid te nemen, sportieve sancties opgelegd krijgen. Denk aan puntenaftrek of zelfs degradatie. Alleen als racisme tastbare gevolgen heeft, zal het gedrag veranderen. Bestuurders die wegkijken of ontkennen, moeten aansprakelijk worden gehouden en kunnen worden geschorst. En de KNVB moet stoppen met de schijn van actie. Niet nóg een onderzoek, maar een concrete rapportage over genomen maatregelen en opgelegde straffen.

Sport hoort een kracht van verbinding te zijn. Wanneer spelers of hun familie worden belaagd vanwege hun afkomst, dan raakt dat niet alleen de betrokkenen, maar de samenleving als geheel. Het tast de waarden aan die we beweren te koesteren: respect, gelijkwaardigheid, en menselijke waardigheid. De tijd van lauwe verklaringen en symbolische afkeuringen is voorbij. Racisme in de sport vraagt om daden, niet om woorden. Clubs die wegkijken, moeten dat voelen. Bestuurders die niets doen, moeten ter verantwoording worden geroepen. En de KNVB moet tonen dat zij niet langer de bond is die toekijkt, maar de bond die optreedt. Laat het incident bij Kozakken Boys en Spakenburg het keerpunt zijn. Laat dit het moment zijn waarop het voetbal in Nederland eindelijk zegt: genoeg is genoeg. Geen nieuwe verklaringen, geen loze beloften, maar concrete stappen. Pas wanneer elke speler, elke supporter en elke familie zich veilig voelt, kunnen we zeggen dat het voetbal weer van iedereen is.