De Najaarsconferentie 2025 van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR), gehouden op 27 november in het Van der Valk Plaza Hotel op Bonaire, voelde vanaf het eerste moment als een gebeurtenis die zowel het Caribisch deel áls het Europees deel van Nederland in beweging zette. 

Beluister binnenkort maar liefst drie podcastafleveringen. Bekijk hier de afbeeldingen van de conferentie.

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Wat op sociale media al zichtbaar was in de aanloop – de hoge betrokkenheid, het gedeelde enthousiasme, de nieuwsgierigheid van beleidsmakers, professionals, studenten en bewoners van de eilanden – werd op de conferentiedag werkelijkheid: een volle zaal (ruim 200 mensen), een bruisende energie en een gedeelde overtuiging dat de tijd van vrijblijvendheid voorbij is.

Het thema “Afstanden overbruggen, gelijkheid herdefiniëren – op naar een gedeelde toekomst” bleek geen slogan, maar een werkprogramma. In elk panel, elke keynote en elk groepsgesprek klonk dezelfde boodschap: structurele ongelijkheid tussen Europees en Caribisch Nederland is geen abstract begrip, maar dagelijkse realiteit. En die realiteit vraagt om politiek lef, investeringen, duurzame samenwerking en het doorbreken van oude patronen in denken en beleid. Wat volgde was een conferentie die inhoud, emotie en urgentie aan elkaar verbond; een intensieve dag waarop bewoners, bestuurders en experts elkaar niet alleen ontmoetten, maar elkaar werkelijk wisten te raken.

Een scherpe diagnose: ongelijkheid als systeem

In de plenaire opening plaatste gezaghebber John Soliano van Bonaire meteen de toon: “Make a true connection with each other.” Die oproep tot echte menselijke verbondenheid bleek precies datgene waar de aanwezigen naar zochten. Vanuit die verbinding werden de grote thema’s van de conferentie opengelegd: bestaanszekerheid, onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur, connectiviteit, economische kansen en bestuurlijke verhoudingen. Uit de bijdragen en discussies ontstond een helder beeld: de ongelijkheden tussen Europees en Caribisch Nederland zijn niet incidenteel of tijdelijk, maar structureel en historisch geworteld.

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Keynote-sprekers en panelleden lieten zien dat de uitdagingen op de eilanden elkaar niet alleen opvolgen, maar elkaar versterken. Beperkte onderwijskansen leiden tot minder perspectief op de arbeidsmarkt; schaarste in gezondheidszorg zorgt voor extra sociale en economische lasten; ontoereikende infrastructuur belemmert mobiliteit, handel en ontwikkeling en bevordert (regionale) isolatie en uitsluiting. Daarmee werd één van de centrale inzichten breed gedragen: alleen een integrale aanpak kan deze vicieuze cirkels doorbreken.

Directeur-Generaal Arne van Hout van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties formuleerde het scherp: “Het is onze verantwoordelijkheid om de verschillen te overbruggen.” Het was geen vrijblijvende uitnodiging, maar een duidelijke oproep om departementale silo’s open te breken en beleidsterreinen met elkaar te verbinden. De conferentie maakte zichtbaar dat knelpunten op de eilanden niet losstaan van keuzes die in Europees Nederland worden gemaakt. Een Inclusief Nederland (lees ook: Koninkrijk) vraagt om gedeelde verantwoordelijkheid, niet om parallelle werkelijkheden.

De kracht van verhalen: waarom het ertoe doet

Een onvergetelijk moment was de bijdrage van Keynotespreker Glenn Thodé, die het publiek meenam in wat hij een “reis naar heling” noemde. Zijn scherpe, tegelijk intieme reflecties op dagelijkse micro-agressies  (“Leuk hè, die halfbloedjes?”) troffen de zaal diep. Hij liet zien dat ongelijkheid niet alleen in statistieken schuilt, maar ook in de manier waarop mensen elkaar zien, benoemen en behandelen. Zijn pleidooi voor waardigheid en menselijkheid onderstreepte dat het gesprek over gelijkheid niet kan zonder erkenning van koloniale doorwerking, emotionele sporen en maatschappelijke verhoudingen die nog steeds vormen.

Coreferent Lysanne Charles uit Saba plaatste deze ervaringen in een breder perspectief. In krachtige bewoordingen schudde zij het beeld van “overzeese gebiedsdelen” van zich af: “De eilanden zijn niet overzees of op afstand. Ze zijn integraal en funderend voor Nederland en daarmee ook voor het koninkrijk.” Met haar oproep tot een nieuwe mindset in Den Haag, een mindset die verder gaat dan goede bedoelingen, gaf zij stem aan wat velen in de zaal voelden: dat fundamentele gelijkwaardigheid vraagt om meer dan woorden. Het vraagt om erkenning, beleid en investeringen die recht doen aan de realiteit van de eilanden.

Beeld: © Skyview Bonaire/Marcel van der Kamp

Het duogesprek: het burgerperspectief centraal

Een bijzonder onderdeel van de conferentie was het duogesprek tussen de Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen en Nationaal Coördinator Rabin Baldewsingh. In dit gesprek werd het burgerperspectief niet alleen benoemd, maar werkelijk centraal gesteld. De uitwisseling tussen beiden liet zien hoe scherp de noodzaak is om beleid en bestuur te toetsen aan de concrete ervaringen van inwoners van de eilanden. Reinier van Zutphen, die op de eilanden zichtbaar wordt gewaardeerd en met veel respect wordt ontvangen, sprak met een combinatie van bevlogenheid, betrokkenheid en onmiskenbare morele helderheid. Zijn bijdrage maakte voelbaar dat het niet gaat om abstracties, maar om mensen van vlees en bloed voor wie ongelijkheid dagelijks effect heeft op gezondheid, kansen, veiligheid en vertrouwen in de overheid. De urgentie werd door hem krachtig verwoord, waarmee hij de zaal muisstil kreeg met zijn heldere oproep: “Gelijk, niet gelijkwaardig. Comply or explain heb ik genoeg van. Het is gewoon comply!” Met die woorden raakte hij een breder gevoeld probleem: dat gelijkwaardigheid te vaak wordt benaderd als een politieke keuze of bestuurlijke overweging, terwijl het in werkelijkheid een constitutionele opdracht is die zonder voorbehoud moet worden nagekomen. In zijn gesprek met Rabin Baldewsingh benadrukte hij dat overheidsinstanties alleen geloofwaardig zijn als zij in de praktijk laten zien dat burgers kunnen rekenen op gelijke behandeling en effectieve bescherming van hun rechten, waar zij ook wonen. Baldewsingh sloot hier op indringende wijze bij aan door te onderstrepen dat signalen van burgers, de verhalen achter de cijfers, leidend moeten zijn voor het werk van de NCDR. Het duogesprek maakte daarmee scherp zichtbaar hoe de Ombudsman en de NCDR elkaars werk versterken: waar de Ombudsman de vinger legt op wat misgaat in de praktijk, zet de NCDR dit om in structurele agendering, beleidsadviezen en bestuurlijke veranderingen. Samen benadrukten zij dat burgers pas werkelijk in hun kracht komen te staan wanneer de overheid hen niet ziet als doelgroep, maar als volwaardige partners. Het gesprek liet de zaal achter met een sterk gevoel van verantwoordelijkheid: de opdracht om gelijkheid te waarborgen is niet alleen bestuurlijk, maar ook moreel, en kan niet langer worden uitgesteld.

Vier deelsessies: verdieping, expertise en het perspectief van bewoners

De noodzaak van tastbare stappen

Na de plenaire sessie verspreidden de deelnemers zich over vier deelsessies, waar specialisten, professionals, grassrootsorganisaties en betrokken inwoners van de eilanden met elkaar in gesprek gingen. Deze sessies vormden het hart van de conferentie: hier werd de urgentie van de thema’s tastbaar gemaakt door de ervaringen van mensen die dagelijks te maken hebben met de gevolgen van ongelijkheid. In de deelsessie over bestaanszekerheid stond armoedebeleid centraal, met indringende bijdragen over de hoge kosten van levensonderhoud, de beperkte beschermingsstructuren en het ontbreken van een sociaal minimum dat aansluit bij de realiteit van Caribisch Nederland. De conclusie was helder: bestaanszekerheid vormt de basis voor alle andere vormen van ontwikkeling, en vraagt om een integrale en op de eilanden afgestemde aanpak.

De deelsessie over onderwijs legde bloot hoe ongelijkwaardigheid doorwerkt in het schoolsysteem. Er werd uitvoerig gesproken over de rol van meertaligheid, de instructietaal en de noodzaak om onderwijs te bieden dat aansluit bij de taalrealiteit van de eilanden. Deelnemers benadrukten dat het huidige systeem kansen belemmert en dat doorstroom, talentontwikkeling en vakmanschap veel sterker ondersteund moeten worden. Het pleidooi voor een meertalige onderwijsvisie werd breed gedragen.

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

In de deelsessie gezondheidszorg kwamen de structurele knelpunten scherp naar voren: beperkte toegang tot specialistische zorg, het wegvallen van cruciale expertise, de afhankelijkheid van verwijzingen naar het buitenland en het ontbreken van structurele oplossingen voor spoed- en complexe zorgcasussen. Professionals, huisartsen en bewoners riepen op tot duurzame versterking van het zorgstelsel, waarbij preventie, continuïteit en bereikbaarheid centraal staan.

De deelsessie over connectiviteit verbond de thema’s letterlijk en figuurlijk. Infrastructuur op de eilanden, transport, logistiek en mobiliteit tussen de eilanden werden besproken als essentiële voorwaarden voor gelijke kansen. Deelnemers benadrukten dat slechte verbindingen – zowel fysiek als digitaal – niet alleen hinderlijk zijn, maar leiden tot achterstanden in handel, onderwijs, zorg en maatschappelijke participatie. Investeringen in connectiviteit werden gezien als voorwaarden voor gelijkwaardigheid binnen Nederland.

Alle vier de sessies kwamen uiteindelijk tot dezelfde conclusie: het is tijd voor governance die barrières wegneemt in plaats van reproduceert. De oproep tot een integrale beleidsagenda, betere zorgtoegang, een meertalige onderwijsvisie, versterking van infrastructuur en structurele betrokkenheid van bewoners was een unaniem signaal. De deelsessies lieten zien dat de oplossingen bekend zijn; het ontbreekt niet aan inzicht, maar aan doorzettingsmacht. Dat maakt de gezamenlijke opdracht voor de komende periode des te duidelijker.

De energie van de Governor’s Roundtable

Tijdens de Governor’s Roundtable kwam een aanvullende en cruciale dimensie binnen: de bestuurlijke verantwoordelijkheid op het hoogste niveau. Alida Francis, gezaghebber van Sint-Eustatius, benadrukte het belang van de juiste toon en van een gelijkwaardige dialoog, en wees erop dat maatwerk te vaak wordt gezien als uitzondering in plaats van uitgangspunt. “We moeten meer luisteren naar de eilanden en maatwerk omarmen,” zei zij, waarmee ze onderstreepte dat bestuurlijke verandering niet alleen draait om middelen, maar vooral om houding: luisteren, erkennen en samenwerken op basis van wederkerigheid. Ook gezaghebber Jonathan Johnson van Saba was zichtbaar en betrokken aanwezig. Zijn bijdrage maakte duidelijk dat de uitdagingen en kansen binnen Caribisch Nederland niet verschillen in schaal, maar in dezelfde urgentie samenkomen: van betaalbaarheid tot onderwijs en van zorg tot bestuurlijke aandacht. Samen met de andere gezaghebbers benadrukte hij het belang van serieuze en structurele betrokkenheid van Den Haag bij de dagelijkse realiteit van de eilanden. Daarmee werd het centrale inzicht van de conferentie nog eens versterkt: echte vooruitgang wordt pas mogelijk wanneer de unieke positie van ieder eiland wordt erkend en wanneer beleid niet over de eilanden wordt gemaakt, maar mét hen.

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Naar structurele borging van gelijkheid

Als “uitsmijter” in het plenaire programma na de deelsessies was de bijdrage van de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme, die via een digitale boodschap van voorzitter Joyce Sylvester stilstond bij het cruciale belang van de discriminatietoets. Sylvester benadrukte dat deze toets niet slechts een beleidsinstrument is, maar een noodzakelijke waarborg die overheden verplicht om nieuw beleid systematisch te controleren op risico’s van uitsluiting, ongelijke behandeling en onbedoelde nadelige effecten voor burgers. Daarmee vormt de discriminatietoets een fundament voor toekomstbestendig bestuur dat gelijkwaardigheid niet achteraf corrigeert, maar vooraf borgt. Aansluitend volgde een verdiepend gesprek met Suhendra Leon, de nieuwe directeur-bestuurder van het landelijk juridisch steunpunt en centrale antidiscriminatievoorziening, en Rick Lawson, voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens. Samen schetsten zij het belang van een stevig verankerde juridische en institutionele infrastructuur voor gelijke behandeling. Hun boodschap was helder: effectieve bescherming van rechten vraagt niet alleen om kennis en loketten, maar om toegankelijkheid, vertrouwen en zichtbaarheid in alle delen van het Koninkrijk. Deze bijdrage plaatste de conferentie in breder perspectief: gelijkheid vereist niet alleen politieke wil en maatschappelijke bewustwording, maar ook sterke instituties die de rechtspositie van burgers concreet beschermen.

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

De sfeer: urgent, open, hoopvol

Op sociale media werd het al breed gezien: er hing een bijzondere sfeer tijdens de conferentie. Een mengeling van ernst en hoop. De openheid waarmee bewoners hun ervaringen deelden, de empathische sfeer in de zaal, de directe dialoog tussen bestuurders en professionals; het maakte de dag tot een eerlijk en soms confronterend, maar vooral verbindend moment. Veel deelnemers beschreven de conferentie als:

“Eindelijk een plek waar we gehoord worden.”

“Dit was noodzakelijk.”

“Eerlijk, kwetsbaar en moedig.”

“Dit geeft hoop, maar het moet nu verder.”

De vibe was energiek, positief en betrokken. Niet van verontwaardiging, maar van gedeeld eigenaarschap. Op LinkedIn, Instagram en Facebook werd de dag breed gedeeld: foto’s van volle zalen, panelgesprekken, ontmoetingen buiten het programma om, krachtige quotes, uplifts van jongeren en professionals. De conferentie werd door velen een “kantelpunt” genoemd, een momentum dat om vervolg vraagt.

De rol van de NCDR: verbinden, agenderen, aanjagen

De conferentie maakte ook duidelijk dat de rol van de NCDR essentieel blijft. De organisatie staat niet boven de partijen, maar tussen hen in, als luisteraar, verbinder, aanjager en vertaler van signalen naar beleid. De NCDR zal de gesignaleerde knelpunten blijven agenderen. Ook zal de NCDR gesprekken tussen ministeries, eilanden en organisaties intensiveren en bewoners actief betrekken in beleidsvorming. De NCDR zal blijven pleiten voor integrale oplossingen en duurzame investeringen en zorgen dat de opgedane inzichten niet verdwijnen in papieren rapportages, maar leiden tot concrete stappen.

Nationaal Coördinator Rabin Baldewsingh zei het in zijn afsluitende woorden:
“De boodschap is duidelijk: we moeten het samen doen, Europees Nederland met Caribisch Nederland. Het vraagt om een dominante groep van mensen die opstaan en zeggen: schouders eronder, we gaan dit samen oppakken.” Die oproep werd met instemming ontvangen en gedeeld op sociale media. Veel deelnemers benadrukten dat het tijd is om de brug tussen beleid en praktijk definitief te slaan.

Beeld: © SkyviewBonaire/Marcel van der Kamp

Dank, erkenning en een gezamenlijke opdracht

De NCDR sprak zijn grote waardering uit voor alle sprekers, panelleden, partners en deelnemers. De open sfeer, de scherpe reflecties en de moed om pijnlijke onderwerpen niet uit de weg te gaan maakten de conferentie tot een meerstemmige, gedeelde oefening in empathie en verantwoordelijkheid. Maar de conferentie was niet alleen een dag van woorden. Het was een startpunt voor actie. In de terugblik klonk dezelfde oproep steeds opnieuw: “Laten we deze inzichten omzetten in tastbare, meetbare en duurzame stappen.” Het doel is helder: een Nederland waarin geografische afstanden geen sociale en economische ongelijkheid legitimeren, maar waarin elke inwoner – waar dan ook – toegang heeft tot dezelfde kansen, dezelfde waardigheid en dezelfde rechten. De NCDR bedankt iedereen die deze conferentie mogelijk maakte en kijkt met vertrouwen vooruit. De beweging is ingezet. Nu is het tijd om samen door te pakken. Op naar een gedeelde toekomst.